Stichting OndersteBoven en COC Nederland lanceren op Roze Zaterdag in Amersfoort de LesBische Alliantie. Daarmee gaan de organisaties een flinke impuls geven aan de emancipatie van lesbische en biseksuele vrouwen in Nederland.

Lesbische en biseksuele vrouwen hebben meer psychosociale gezondheidsproblemen dan heteroseksuele vrouwen, zo bleek in 2009 uit onderzoek van Stichting OndersteBoven. Niet doordat zij hun homoseksualiteit zelf als probleem ervaren, maar doordat ze vaak te maken krijgen met negatieve reacties.

Dit beeld wordt bevestigd in het onderzoek Steeds gewoner, nooit gewoon van het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat deze week verscheen. 16 procent van de lesbische meisjes heeft zelfs wel eens een zelfmoordpoging gedaan.

De lesbische identiteit en lesbische leefstijl blijven onzichtbaar voor heterojongeren. Bij veel lesbische en biseksuele vrouwen bestaat onvrede over onzichtbaarheid in maatschappij en in de homogemeenschap.

Zichtbaarheid

Stichting OndersteBoven en COC Nederland versterken de zichtbaarheid van lesbische en biseksuele vrouwen in de LesBische Alliantie op een positieve manier.

Zo wordt de LesBian Pride tijdens Amsterdam Gay Pride uitgebouwd en komt er een breed aanbod van vrouwenactiviteiten op Roze Zaterdag. Vrouwen krijgen smoel binnen deze evenementen.

Lesbische en biseksuele vrouwen op prominente posities worden uitgenodigd om zich als rolmodel in te zetten.

Er komt een programmafonds dat vernieuwende initiatieven ondersteunt, die de zichtbaarheid van lesbische en biseksuele vrouwen bevorderen en er komen virtuele en reële netwerkmogelijkheden.

Bij het samenstellen van de activiteiten in de LesBische Alliantie is dankbaar gebruik gemaakt van directe input uit de LesBische gemeenschap.

Onderzoek naar veiligheid

Ook zal het onderzoek naar de situatie van lesbische en biseksuele vrouwen worden voortgezet. Daarbij is bijzondere aandacht voor de veiligheid van deze groep: wat overkomt ze, waarom doen ze geen aangifte en worden de problemen voldoende opgepakt door politie en justitie?

De organisaties zijn erg blij met de start van de LesBische Alliantie. ‘Eindelijk krijgen lesbische en biseksuele vrouwen de plek die ze in onze gemeenschap verdienen’, zegt Irene Hemelaar van Stichting OndersteBoven. Vera Bergkamp, vicevoorzitter van COC Nederland: ‘Zichtbaarheid van deze groep is cruciaal en daar gaan we ons samen met groot enthousiasme hard voor maken’.

COC Nederland en Stichting OndersteBoven lanceren de LesBische Alliantie op Roze Zaterdag, 26 juni 2010, om 14.30 uur op het podium op het Onze Lieve Vrouwenplein te Amersfoort.

[Bron: COC NL/Stg. OndersteBoven – foto: Daan Stringer]

Zichtbaarheid in beleid en onderzoek

Inleiding SPE expertbijeenkomst lesbische identiteit door Irene Hemelaar 18 juni 2010

Belang van onderzoek
Met onze presentatie van het eerste grootschalige onderzoek naar het welbevinden van lesbische en biseksuele vrouwen in Nederland hebben we behoorlijk wat in beweging gezet. We kwamen in het vizier van OCW en de gemeente Amsterdam. De eerste zorgt ervoor dat we tot eind 2011 meer emanciperend werk voor LBT-vrouwen kunnen verrichten.

We weten te weinig over lesbische en biseksuele vrouwen
Grootschalige onderzoeken zoals het landelijke Nemesisonderzoek kennen wel een mogelijkheid om de geaardheid bekend te maken, maar bij het meten werd nooit specifiek gekeken naar en vergeleken met LHBT-resultaten.

Ik begreep van de dames van SPE dat in Amsterdam bij bevolkingsonderzoeken nog niet eens wordt gekeken naar m/v, laat staan naar hetero vs LHBT.

Wel heeft A’dam vorig jaar een onderzoek gedaan naar homoseksuele mensen in de stad. Hieruit blijkt dat  bij een niet zo wetenschappelijke schatting gemiddeld 10% van de mannen in A’dam homo is en 3% van de vrouwen lesbisch. Onder niet westerse allochtone vrouwen is dit 0,9%. Deze cijfers lijken me bijzonder weinig en ik vermoed eerder dat de onderzoekmethoden lesbische vrouwen niet zichtbaar hebben gemaakt, dan dat het percentage lesbische vrouwen werkelijk zoveel lager ligt. Uit het onderzoek blijkt ook dat deze groep lesbische vrouwen minder te besteden hebben dan heteroseksuele vrouwen. 10 op de 100 lesbiennes beoordeelt hun gezondheid als zeer slecht, tegen 4 op de 100 heteroseksuele vrouwen.

Reden temeer om op lokaal niveau meer gedegen onderzoek te verrichten naar het welbevinden van lesbische en biseksuele vrouwen. En dit niet eenmalig te doen, maar dit te herhalen, zodat je kunt zien of het beter of slechter gaat.

Wat te doen met het ‘weten’?
Onderzoek roept altijd nieuw onderzoek op.  Op basis van bovengenoemde resultaten zou je verder onderzoek moeten doen naar het ‘waarom’ en beleid maken om de positie van lesbische vrouwen te verbeteren. Hierbij zou de gemeente geld vrij moeten maken voor en samen moeten werken met organisaties die zich inzetten voor vrouwen en/of de hele brede LHBT-brede groep. Ik denk hierbij aan Schorer, COC Amsterdam, Stichting OndersteBoven, stichting ProGay. Bij deze organisaties bestaat al kennis om – met elkaar – een verandering op gang te zetten, ieder vanuit zijn eigen expertise.

In de Gay Capital nota van Ossel lag de focus wederom op homomannen. Lesbische vrouwen bleken andermaal met 1 alinea op een document van 16 pagina’s een blinde vlek. De conclusie was: we weten te weinig en we zouden eens met vrouwenorganisaties moeten gaan praten.

Deze bijeenkomst  door SPE is daar een aanzet toe. Moge dit tot concreet – financieel – handelen van de gemeente komen.

Op 25 juni verschijnt het rapport ‘Steeds Gewoner, Nooit Gewoon‘ dat het Sociaal Cultureel Planbureau op verzoek van het vierde kabinet-Balkenende, dat zich ten doel stelde de houding van de bevolking tegenover homoseksualiteit te verbeteren, heeft vervaardigd.

Samen met Jenny Erhardt heeft ons bestuurslid en onderzoeker Henny Bos speciaal voor dit rapport een aantal bevindingen uit het OndersteBoven-onderzoek binnen de kaders van het rapport uitgewerkt.

Aan de hand van het rapport vindt er op vrijdag 25 juni, de dag voor de Roze Zaterdag, een debat plaats met als onderwerp ‘Is Roze Zaterdag nog nodig?’. De discussie vindt plaats in het auditorium van Kunsthalkade aan Smallepad 3 van 14.00 tot 16.00 uur. Voor aanvang van het debat presenteert professor Saskia Keuzenkamp de belangrijkse bevindingen uit het rapport. De toegang is gratis.

Het debat is verder met Henk Krol (Gaykrant), Boris Dittrich (Human Rights Watch), Rob Tielman, discussieleider (oud-voorzitter Homostudies Universiteit Utrecht) en Elise van Alphen (feministisch tijdschrift LOVER).

De bijeenkomst staat in het teken van de vraag hoe het het gesteld is met de tolerantiegraad van homoseksualiteit in Nederland sinds de vorige Roze Zaterdag die in Amersfoort in 1982 werd gehouden. De sprekers gaan onder andere in op het huidige homo-emancipatiebeleid in Nederland en in internationale samenwerking. Speciale aandacht gaat uit naar het onderwijsbeleid ten aanzien van homo-emancipatie en de houding van de overheid ten aanzien van de zogenaamde weigerambtenaren.

Het debat wordt georganiseerd door Stichting Keiroze en Hoger Onderwijs voor Ouderen, Amersfoort.

Bron o.a. www.uvapride.nl