Meten is weten

Zichtbaarheid in beleid en onderzoek

Inleiding SPE expertbijeenkomst lesbische identiteit door Irene Hemelaar 18 juni 2010

Belang van onderzoek
Met onze presentatie van het eerste grootschalige onderzoek naar het welbevinden van lesbische en biseksuele vrouwen in Nederland hebben we behoorlijk wat in beweging gezet. We kwamen in het vizier van OCW en de gemeente Amsterdam. De eerste zorgt ervoor dat we tot eind 2011 meer emanciperend werk voor LBT-vrouwen kunnen verrichten.

We weten te weinig over lesbische en biseksuele vrouwen
Grootschalige onderzoeken zoals het landelijke Nemesisonderzoek kennen wel een mogelijkheid om de geaardheid bekend te maken, maar bij het meten werd nooit specifiek gekeken naar en vergeleken met LHBT-resultaten.

Ik begreep van de dames van SPE dat in Amsterdam bij bevolkingsonderzoeken nog niet eens wordt gekeken naar m/v, laat staan naar hetero vs LHBT.

Wel heeft A’dam vorig jaar een onderzoek gedaan naar homoseksuele mensen in de stad. Hieruit blijkt dat  bij een niet zo wetenschappelijke schatting gemiddeld 10% van de mannen in A’dam homo is en 3% van de vrouwen lesbisch. Onder niet westerse allochtone vrouwen is dit 0,9%. Deze cijfers lijken me bijzonder weinig en ik vermoed eerder dat de onderzoekmethoden lesbische vrouwen niet zichtbaar hebben gemaakt, dan dat het percentage lesbische vrouwen werkelijk zoveel lager ligt. Uit het onderzoek blijkt ook dat deze groep lesbische vrouwen minder te besteden hebben dan heteroseksuele vrouwen. 10 op de 100 lesbiennes beoordeelt hun gezondheid als zeer slecht, tegen 4 op de 100 heteroseksuele vrouwen.

Reden temeer om op lokaal niveau meer gedegen onderzoek te verrichten naar het welbevinden van lesbische en biseksuele vrouwen. En dit niet eenmalig te doen, maar dit te herhalen, zodat je kunt zien of het beter of slechter gaat.

Wat te doen met het ‘weten’?
Onderzoek roept altijd nieuw onderzoek op.  Op basis van bovengenoemde resultaten zou je verder onderzoek moeten doen naar het ‘waarom’ en beleid maken om de positie van lesbische vrouwen te verbeteren. Hierbij zou de gemeente geld vrij moeten maken voor en samen moeten werken met organisaties die zich inzetten voor vrouwen en/of de hele brede LHBT-brede groep. Ik denk hierbij aan Schorer, COC Amsterdam, Stichting OndersteBoven, stichting ProGay. Bij deze organisaties bestaat al kennis om – met elkaar – een verandering op gang te zetten, ieder vanuit zijn eigen expertise.

In de Gay Capital nota van Ossel lag de focus wederom op homomannen. Lesbische vrouwen bleken andermaal met 1 alinea op een document van 16 pagina’s een blinde vlek. De conclusie was: we weten te weinig en we zouden eens met vrouwenorganisaties moeten gaan praten.

Deze bijeenkomst  door SPE is daar een aanzet toe. Moge dit tot concreet – financieel – handelen van de gemeente komen.