Het volgend artikel van Kim Meeuwissen van Zij aan Zij verscheen gisteren op de ZaZ-site naar aanleiding van het verschijnen van het Visierapport van de Amsterdamse HLBT-beweging.

De Amsterdamse wethouder Freek Ossel heeft vrijdag een visiedocument in ontvangst genomen, waarin staat wat er volgens diverse organisaties moet gebeuren om Amsterdam koploper te maken voor homo’s, lesbo’s, bi’s en transgenders. Opvallend zijn de vooruitstrevende plannen voor lesbische en biseksuele vrouwen en transgenders.

LesBische vrouwen
In het visiedocument staat onder andere dat onder veel lesbische en biseksuele vrouwen de behoefte bestaat om meer deel uit te maken van de Amsterdamse gaygemeenschap dan nu het geval is. Dit blijkt uit de bijeenkomst van Stichting Ondersteboven en Stichting ProGay met een groot aantal vrouwen en vrouwenorganisaties. Met een groot enthousiasme zijn tijdens deze bijeenkomst zo’n dertig initiatieven gedefinieerd die tijdens de Amsterdam Gay Pride zouden kunnen plaatsvinden (de LesBian Pride).

Mannen zijn volgens het visiedocument op dit moment meer in staat hun eigen zichtbaarheid af te dwingen dan vrouwen. Daar komt bij dat onderzoek van Stichting Ondersteboven het verband aantoont tussen de stigmatisering van lesbische en biseksuele vrouwen en het grote aantal gemelde fysieke en psychische klachten.
De gemeente Amsterdam zou daarom de zichtbaarheid van lesbische en biseksuele vrouwen een zetje moeten geven en subsidie moeten toekennen voor de LesBian Pride en andere initiatieven die lesbische netwerken in de stad ondersteunen.
Op naar een revival van de Amsterdamse lesbische scene dus!

Transgenders
In het visiedocument wordt ook aandacht gevraagd voor de positie van transgenders. Ongeveer 5% van de Nederlandse bevolking zou zichzelf niet als expliciet man of vrouw zien, hetgeen de doelgroep waar het hier over gaat groter maakt dan menigeen zich bewust is. Helaas bevinden transgenders zich nog niet in de derde fase van de emancipatie. Omdat zij nog steeds bezig zijn met het bestrijden van overheidsdiscriminatie, valt er voor deze groep nog heel veel te doen.

In het document wordt onder andere opgeroepen tot afschaffing van de kosten voor naamwijziging en geslachtswijziging. Verder wordt de aandacht gevestigd op de vele discriminatie van transgenders op het werk en een mogelijke rol in de signalering hiervan voor het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam.

Wil je meer lezen? Download dan het visierapport
Bron: ProGay

ProGay heeft in samenwerking met Gay.nl, Zij aan Zij, COC, stichting OndersteBoven, gaysite.nl, GK.nl en OUT TV een kiezersonderzoek over de Europese Verkiezingen gehouden. In totaal zijn ruim 120.000 homoseksuele mannen en lesbische vrouwen in alle leeftijdscategorieen gevraagd mee te werken. Ruim 1300 homo’s en lesbo’s gaven hun medewerking.

Hieronder staan de belangrijkste resultaten op een rij:

1.    Partij voorkeur van homo’s nationaal gemiddelde nu

Uit deze grafiek blijkt heel duidelijk dat het homo en lesbo electoraat radicaal anders stemt dan het landelijke gemiddelde. Uitschieters zijn D66, Groenlinks en in mindere mate de VVD.
Verklaring hiervoor is dat de positionering van de verschillende partijen op het homorechten gebied de leidende factor is voor de homostem. D66 en Groenlinks hebben door de jaren heen een solide reputatie en bekendheid gegeven aan homorechten, dit in contrast met de VVD en PvdA, die ook voor homorechten hebben gestreden. De PvdA kampt ook met de ‘Melkert’ erfenis en een allochtone achterban die als homo-onvriendelijk wordt ervaren. De VVD heeft wel een goede verdienste op homorechten, maar deze onvoldoende uitgedragen. Hierdoor pakken D66 en Groenlinks de winst.

2.    Partij voorkeur homo’s en lesbo’s nu en toen

Uit deze grafiek blijkt hoe radicaal homo’s en lesbo’s zijn: ze switchen gemakkelijk van rechts populisme in 2008 naar een solide liberale partij in 2009. Dit heeft alles te maken met de perceptie van hoe partijen door het electoraat gezien worden als homovriendelijk. Opvallend is dat de groei van Wilders in vergelijking met het nationaal gemiddelde sterk achterblijft. Dit komt omdat Wilders homo’s als een ‘stok’ gebruikt om moslims mee te slaan. Hij schildert homo’s af als slachtoffers, maar probeert daarna niet om de situatie van homorechten te verbeteren. De bredere aanpak van D66, Groenlinks en de VVD wordt meer gewaardeerd. Homo’s zijn niet erg trouw aan hun partij, ze zijn bereid om snel van partij te veranderen als ze menen dat deze hen beter vertegenwoordigd.

3.    Partij voorkeur lesbo’s en homo’s.

Uit deze grafiek blijkt dat homo’s en lesbo’s anders stemmen: waar mannen meer dan vrouwen geneigd zijn te gaan voor D66, VVD, PvdA en Wilders, vrouwen stemmen dan weer op Groenlinks en SP. Onduidelijk is waardoor dit verschil bestaat*. Mogelijkerwijs is dit zo omdat Groenlinks een vrouw als lijsttrekker heeft. Voor de SP hebben we nog geen verklaring kunnen vinden.
4.    Gemiddeld cijfer voor EU voor homo’s en lesbo’s

Uit het onderzoek blijkt dat de overeenkomst tussen de waardering tussen de Europese Unie en de inzet van het Europees Parlement nagenoeg samenvallen (Significant niveau van 0.43= zeer hoge correlatie, 0.5 is max)
Op zich zegt dit dat homo’s en lesbo’s de EU alleen interessant vinden als ze zich goed inzetten voor homo en lesbo’s. In een losse context zegt dat nog niet zo veel, maar wanneer we de onderstaande grafiek er bij nemen wordt het al heel wat interessanter.

We zien heel duidelijk dat er verschillen bestaan tussen de homo’s en lesbo’s die op bepaalde partijen stemmen, en hun waardering voor de EU en de inzet van de EU op homorechten. We zien dat Groenlinks, Wilders, PvdD, Verdonk stemmers de inzet voor de homorechten zelfs hoger waarderen dan de hele Unie bij elkaar. Interessant is dat de stemmers van het CDA de Unie wel als belangrijk ervaren, maar homorechten totaal niet. Dit betekent dat de ideologie van het CDA,  homo zijn kan, als je maar niet opvalt en pro homo statements maakt, ook navolging in het homo electoraat heeft. Over het algemeen kan de vorige statement over de samenhang tussen de waardering voor homorechten en de EU ondersteund worden, maar dan zien we wel dat er uitschieters zijn zoals het CDA, en ook de PVV die erg Eurokritisch is.

5.    Opleiding en partij voorkeur

Opvallend aan deze grafiek zijn de duidelijke opleidingsniveauverschillen tussen de verschillende partijen. Over het algemeen kan worden gesteld dat de hoger opgeleiden stemmen op D66, Groen links en VVD, terwijl de SP en Wilders juist de laagopgeleiden aanspreken. Bijna 42% van de universitair geschoolden kiest voor D66, 18% van degenen die de middelbare school als hoogste opleiding hebben aangevinkt kiezen voor Wilders. Dit geeft de polarisering tussen de verschillende partijen een nieuw licht: de hoger en lageropgeleiden staan steeds meer tegenover elkaar.

Een samenvatting van de resultaten lees je hier.

Bron – www.progay.nl